'Zorg voor goede incassowetgeving'

Op weg naar effectieve schuldhulp is een website waar alle beleidsinformatie rondom schuldhulp bijeen is gebracht op initiatief van diverse organisaties in combinatie met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Op verzoek van laatstgenoemde is onlangs een aantal experts gevraagd om vooruit te blikken op de toekomst van schuldhulpverlening. Met de kabinetsformatie in volle gang is hun visie van belang. Wat adviseren zij het nieuwe kabinet? In het eerste deel komen een aantal wetenschappers aan het woord: Nick Huls, emeritus hoogleraar Rechtssociologie, Roel in ’t Veld, hoogleraar Governance en sustainability, en Nadja Jungmann, lector Schulden en incasso. Lees hier hun visie.

In een tweede deel werd ook de visie namens de schuldeisers belicht. Wat vinden zij eigenlijk van de huidige schuldhulpverlening? Wat kan er beter? En welk advies zouden zij aan het nieuwe kabinet willen geven? Aan het woord zijn Chris Bakhuis, bestuurslid KBvG, Connie Maathuis, directeur NVI en Michiel Schols, directeur operations Intrum Justitia. Lees hier het volledige artikel op de website (de integrale tekst staat hieronder).

‘Schuldeisers en schuldhulpverlening moeten de handen ineenslaan’

De afgelopen jaren heeft de schuldhulpverlening een professionaliseringsslag gemaakt, vindt Chris Bakhuis-van Kesteren, bestuurslid van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en gerechtsdeurwaarder. ‘Maar schuldhulpverlening kan nog veel beter. De communicatie is bijvoorbeeld traag. Daardoor duurt het soms maanden voordat een schuldhulptraject op gang komt.’

Pas op de plaats

Als iemand zich tot de schuldhulpverlening wendt zijn er doorgaans financiële problemen. Bakhuis: ‘Duidelijkheid over een traject is dan cruciaal. Want zo kunnen we bij schuldeisers draagvlak creëren en hen motiveren om een pas op de plaats te maken. Op die manier kun je allerlei onnodige kosten voorkomen. Aansluiting van alle gemeenten op de VerwijsIndex Schuldhulpverlening (VISH), een grote wens van de KBvG, zou ook veel onduidelijkheid wegnemen. Bovendien kun je dan beter met elkaar communiceren.’

Evaluatie

Bakhuis wijst voorts op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. ‘Daaruit blijkt dat het vaak onduidelijk is waarom mensen voor een traject zijn afgewezen. Dat vind ik jammer. Volgens mij kunnen er veel meer mensen worden geholpen dan het zich nu laat aanzien.’

Communicatie

Connie Maathuis, directeur van de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso-ondernemingen (NVI), sluit zich hierbij aan. ‘In incassoland gaan veel zaken op zich goed, maar het kan nog beter. Er is bijvoorbeeld nog weinig innovatiefs voortgekomen vanuit het afgelopen kabinet. Schuldenafwikkeling loopt nog steeds niet soepel. Het gaat vaak om langdurige trajecten. Communicatie speelt daarin een sleutelrol. Op dit moment is het bijvoorbeeld nauwelijks te achterhalen wat voor schulden iemand precies heeft. Veel leden van de NVI hebben daar moeite mee. Het kan dus beter. Incasso-ondernemingen en schuldhulpverlening moeten daartoe de handen ineenslaan.’

Inefficiënt proces

Incassodienstverlener Intrum Justitia heeft veel te maken met schuldhulpverlening. Michiel Schols, directeur operations: ‘Als iemand in een schuldhulptraject zit, proberen we met onze klanten, de schuldeisers, af te spreken dat we de schuldenaren begeleiden en de incasso-opdracht niet aan hen teruggeven. Doordat de communicatie nog niet gedigitaliseerd verloopt, zijn de trajecten vaak onnodig traag, wat doorgaans de schuldenproblematiek verergert. Hoewel vroegsignalering in de schuldhulp terrein wint, duurt het vanwege het intensieve ambtelijke intaketraject vaak nog zes tot acht weken voordat we een verzoek krijgen om een opgave te doen van het saldo van de openstaande vorderingen. Dit verzoek ontvangen wij per brief of e-mail, terwijl via digitale informatie-uitwisseling een dergelijk verzoek of een aflossingsvoorstel heel snel ontvangen en beantwoord kan worden. Kortom, het proces is heel inefficiënt. Hier valt veel winst te behalen.’

Doolhof

Is het een idee om het minnelijke en wettelijke traject te integreren? ‘Door alle toeslagen is de overheid één van de grootste veroorzakers van schulden’, vindt Maathuis. ‘Bovendien heeft de overheid met schuldhulpverlening - verschillende instanties, allerlei formulieren, etc. - een doolhof gecreëerd. Hoewel schuldhulpverlening en incasso twee verschillende zaken zijn, kunnen ze wel nader tot elkaar komen en bijvoorbeeld sneller en effectiever tot inventarisaties komen. Daarbij moeten we ons wel realiseren dat schulden vaak niet de enige problemen zijn waar mensen mee kampen.’

Vroegsignalering

Ook Schols meent dat schuldhulpverlening en incasso van elkaar verschillen. Minder dan vijf procent van de zaken die Intrum Justitia behandelt, eindigt in een schuldhulpverleningstraject. ‘Als je alle incassoactiviteiten samenvoegt met de schuldhulpverlening, kan de complexiteit onnodig groter worden. Maar ik denk wel dat we meer met vroegsignalering van probleemgevallen kunnen doen. Daartoe hebben we nu weinig mogelijkheden. Als we die wel hebben, rekening houdend met of door aanpassing van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), kunnen we schuldhulpverlening een seintje geven wanneer wij via schuldeisers vernemen dat er problemen ontstaan. Daarna kan schuldhulpverlening iemand proactief benaderen.’

Schuldenpenarie

‘Iedereen kan in de schuldenpenarie terechtkomen’, zegt Bakhuis. ‘Als je het minnelijke en wettelijke traject in elkaar schuift, komen mensen in feite meteen op het wettelijke traject uit. Daar moet ik niet aan denken. Schuldenaars krijgen dan voor de rest van hun leven een etiket opgeplakt. Ik vind dat ze altijd de kans moeten krijgen om via het minnelijke traject hun schulden op te lossen.’

Verstoring

Wordt het werk van schuldhulpverleners bemoeilijkt, doordat de overheid zomaar geld van je rekening kan halen? ‘Organisaties als de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) krijgen vaak voorrang’, zegt Schols. ‘Dat kan verstorend werken als een schuldhulpverlener de problemen in kaart brengt. Want de Belastingdienst doet niet mee aan een periode waarin er geen beslagen worden gelegd, en het CJIB verdubbelt de boete als je niet op tijd betaalt.’

Overheid zorgt goed voor zichzelf

Dat bevestigt Bakhuis. ‘De overheid heeft veelal preferente vorderingen en zorgt goed voor zichzelf. Kijk, vroeger zat de wereld eenvoudig in elkaar. Maar toen kwamen de zorgverzekeringen. En de toeslagen. Burgers zijn helaas echter minder zelfredzaam dan de politiek denkt. Sommigen kunnen niet omgaan met toeslagen en gebruiken die niet waarvoor ze zijn bedoeld. Mede daardoor is de overheid een grote schuldeiser geworden en hebben concurrente schuldeisers bij wijze van spreken het nakijken.’

Gedragsverandering

De nadruk bij schuldhulpverlening ligt uiteraard op het schuldenvrij maken van mensen. Maar zou dat geen schade kunnen aanrichten? Nieuwe schulden maken, bijvoorbeeld voor de studie van je kinderen, mag immers niet. Daardoor kunnen mensen na een jarenlang schuldhulptraject maatschappelijk buitenspel staan. ‘Inmiddels wordt erkend dat sommige mensen nooit schuldenvrij zullen worden’, aldus Maathuis. ‘Zij moeten worden geholpen om erger te voorkomen. Om mensen met schulden nieuwe schulden te laten maken, gaat mij wat ver. Verder zien we intussen ook dat wanbetaling te maken heeft met gedrag. Om uit de schulden te komen, moet je je gedrag dus veranderen. Maar als je enerzijds strak aan de lijn wordt gehouden en je anderzijds nieuwe schulden mag maken, wordt gedragsverandering heikel.’

Welzijn

‘Bij ons duurt een traject drie jaar’, zegt Bakhuis. ‘Je zou kunnen zeggen: daar maken we vijf jaar van. Dan heb je maandelijks wat meer te besteden om maatschappelijk mee te kunnen blijven draaien. Dat is goed voor hun welzijn.’ Ook Schols denkt dat iedereen de kans moet krijgen om zo goed mogelijk te participeren in de maatschappij. Maar hij wijst wel op het type schuld. ‘Het kopen van een smartphone van € 700 brengt je maatschappelijk niet veel verder. Gaat het om opleiding, dan vind ik een nieuwe schuld aanvaardbaarder.’

Incassowetgeving

Bakhuis adviseert een nieuw kabinet om de gerechtsdeurwaarder als beslag- en incassoautoriteit te benoemen. Maathuis meent: ‘Er moet fatsoenlijke incassowetgeving komen. Zo kun je de ongewenste incassogedragingen uit de markt halen. Bovendien komt er dan duidelijkheid over het verkopen van vorderingen, een verschijnsel dat sommigen onwenselijk vinden omdat bedrijven er geld aan zouden verdienen en omdat er “hard” zou worden geïncasseerd. Vaak voert dit soort bedrijven echter een heel specifiek incassobeleid, dat veel meer tijd biedt voor het wegwerken van schulden.’

Innovatie

Ook Schols heeft een advies aan een nieuw kabinet: ‘Zorg voor een betere regulering van de incassobranche en geef een impuls aan de innovatie voor digitale gegevensuitwisseling tussen schuldeisers en de schuldhulpverlening. Bijvoorbeeld door vroegsignalering mogelijk te maken die past binnen de Wbp, waardoor je snel en proactief kunt ingrijpen en doorlooptijden korter worden.’

Bron: www.effectieveschuldhulp.nl