meeting-2

WIK

Wet Incasso Kosten

De WIK is op 1 juli 2012 ingevoerd en is in al die jaren niet geïndexeerd of geëvalueerd. Wel wordt via uiteenlopende kanalen regelmatig bepleit dat de incassokosten omlaag moeten.

En dat, terwijl steeds meer partijen, waaronder de overheid zelf, het grote belang van maatschappelijk verantwoorde incasso inzien en zelfs onderstrepen. Dat staat haaks op elkaar. De NVI zal in de loop van 2024 hier meer aandacht voor gaan vragen.

Position paper

Alle andere aanbieders in de schuldenketen, van bewindvoerders, schuldhulpverleners tot gerechtsdeurwaarders, zagen hun tarieven in de afgelopen jaren (soms zelfs fors) verhoogd worden. Dat dit niet voor de WIK geldt en een fikse omissie mag worden genoemd, wordt door steeds meer partijen bepleit.

Samen met de KBvG, de VCMB en de VVCM heeft de NVI een position paper opgesteld, die op 3 november 2021 aan de Tweede Kamer is gestuurd door demissionair minister Sander Dekker. Hij heeft toen laten weten dat de WIK in het najaar 2021 mee zal worden genomen in een nader onderzoek. Begin 2024 is dit onderzoek nog steeds niet opgestart.

Wat is de Wet Incasso Kosten (WIK)?

Er wordt vaak gesproken over de 'Wet Incassokosten' oftewel de WIK; de regeling heet Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten en is officieel ingegaan op 1 juli 2012. Het is een staffel die wordt berekend over de hoofdsom, zoals hieronder genoemd. Let op, de WIK geldt verplicht bij consumentenvorderingen (zie vraag 5 igv B2B).

Incassokosten voor consumenten per 1 juli 2012

  • 15% over over de eerste € 2.500,- van de hoofdsom van de vordering, met een minimum van € 40,-;
  • 10% over de volgende € 2.500,- van de hoofdsom van de vordering;
  • 5% over de volgende € 5.000,- van de hoofdsom van de vordering;
  • 1% over de volgende € 190.000,- van de hoofdsom van de vordering;
  • 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775,-.

Rekenvoorbeelden (eventueel te verhogen met BTW)

  1. Bij een vordering met een hoofdsom van € 125,- bedragen de incassokosten: 15% over € 125,- = € 18,75; maar dit ligt onder het minimum, dus wordt het minimum berekend en zijn de incassokosten € 40,-. 
  2. Bij een vordering met een hoofdsom van € 23.000,- bedragen de incassokosten:
    15% over € 2.500,- = € 375,- verhoogd met:
    10% over € 2.500,- = € 250,- verhoogd met:
    5% over € 5.000,- = € 250,- verhoogd met:
    1% over € 13.000,- = € 130,-

Totaal is in dit rekenvoorbeeld sprake van € 1.005,- aan incassokosten. Dit bedrag wordt zo mogelijk nog verhoogd met de BTW, zie hieronder voor de situatie waarin dit speelt.

 

Wel of niet BTW over incassokosten door een incassobureau

Of over de incassokosten ook nog BTW mag worden berekend, is afhankelijk van de vraag of de schuldeiser zelf BTW-plichtig is. Als dat zo is (en de schuldeiser dus zelf BTW kan terugvragen aan de fiscus) dan mag een incassobureau geen BTW over de incassokosten berekenen. Is de schuldeiser niet BTW-plichtig, dan is het bedrag aan BTW voor hem een 'schadepost' omdat dit bedrag niet kan worden teruggevraagd bij de belastingdienst.

Op dat moment zal een incassobureau ook BTW over de incassokosten berekenen en wordt aan de schuldenaar dus een hoger bedrag in rekening gebracht. Dus het incassobureau bekijkt dit als volgt:

  1. is schuldeiser BTW-plichtig -> dan geen BTW over de incassokosten
  2. is schuldeiser niet BTW-plichtig -> dan wel BTW over de incassokosten.