Beleidsreactie Motie De Lange

Op 25 november jl. zond minister Sander Dekker een brief aan de Tweede Kamer waarin tevens het Rapport 'Onderzoek recht op terugkoop verkochte vorderingen' werd aangeboden. In de brief is een beleidsreactie opgenomen, waarbij tevens op de motie-De lange cs wordt ingegaan. De door de motie geadresseerde problematiek wordt aangepakt door het verbeteren van de kwaliteit van incassodienstverlening, ook waar het de inning van verkochte vorderingen betreft. Ook komt aan de orde dat er vormen van schuldhulpverlening zijn die in het verlengde liggen van de in de motie gesuggereerde oplossingsrichting. Eveneens wordt ingegaan op de toezegging van de minister aan Kamerlid Van Dijk van de PvdA om te kijken naar de winsten die gemaakt worden bij het doorverkopen van vorderingen c.q. de marges die het voor een bedrijf interessant maken om vorderingen te kopen.

De NVI heeft kennis genomen van de reactie op de motie naar aanleiding van het rapport, als volgt verwoord door minister Dekker:

'In deze brief schetste ik de maatregelen die dit kabinet neemt om de kwaliteit van de incassodienstverlening te verhogen, inclusief de dienstverlening die gericht is op de inning van verkochte vorderingen. Naast die maatregelen en voorzieningen heb ik naar aanleiding van het rapport ook gekeken naar de mogelijkheid die de motie-De Lange c.s. vraagt. Gelet op het uitgevoerde onderzoek ben ik van mening dat de reeds ingezette maatregelen voldoende waarborgen bieden om negatieve aspecten van verkoop van vorderingen tegen te gaan. De suggestie die in de motie-De Lange c.s. wordt gedaan vind ik – gelet op de effecten die de uitvoering van die motie kan hebben - te verstrekkend. Ik heb daarbij ook de positie van schuldeisers betrokken. Schuldeisers hebben er baat bij dat vorderingen door geregistreerde incassodienstverleners op een economische renderende wijze worden verhandeld en dat deze op een innovatieve, doelmatige en klantvriendelijke wijze worden geïnd. Zo geeft de mogelijkheid om vorderingen (gedeeltelijk) te verkopen een zorgverlener de gelegenheid zich volledig te richten op zijn of haar werk in de zorg en kan dus efficiënt zijn. Nog afgezien van het feit dat met de terugkoop het eigendomsrecht wordt beperkt – waaraan ook in de brief van 8 februari 2019 wordt gerefereerd – komt uit het rapport naar voren dat juist het invullen van de motie-De Lange c.s. de markt de positieve kanten van verkoop van vorderingen ontneemt, terwijl de gesuggereerde oplossing geen uitkomst biedt aan de groep schuldenaren waarvoor de motie nu juist is bedoeld.' 

Lees hier de gehele brief van 25 november 2019. Het rapport van bureau Ecorys treft u via deze link aan.